Zoals meer mannen van mijn gevorderde leeftijd heb ik vaak een repeterend gesprek met mijn vrouw. Houd je nog van me, vraagt ze dan. En ik mompel dan terug: dat weet je toch. IJzersterke gesprekken zijn dat. Als je moeder al heel vroeg weduwe was, en in een overleving stand haar 2 kinderen groot bracht, en haar moeder ook al vroeg oorlogsweduwe was; dan is het gedrag wat je leert precies dat. Liefde laten zien door doen, niet door het uit te spreken.

Datzelfde geld voor trots. Ik ben ongelofelijk trots op mijn 3 zonen, hun partners. Prachtig om te zien hoe ze het allemaal goed doen in het leven. Goed, met een veel betere balans tussen werk en privé, scherper in beeld wat echt belangrijk is in het leven. Ook dat spreek ik zelden uit. Dat weet je toch. Old dogs, new tricks, ik blijf proberen.

Ik had afgelopen week 7 afstudeer zittingen. Studenten die nog hun slot presentatie mogen doen, de mondelinge verdediging en dan het laatste cijfer krijgen. De laatste studiepunten, de opmaat naar het diploma, en de start van wat er daarna komen gaat. Wat je bekruipt in zo’n zitting als je kijkt vanuit een afstand is de ongelofelijke prestatie die ze leveren. De student die er ondanks tragische familieomstandigheden gewoon staat. De student die in jaar 2 altijd vroeg: moet ik dat werk echt doen mijnheer, en nu in jaar 4 vraagt: mag ik dat doen mijnheer, dat kan er toch nog wel bij? De student die aangeeft het virus van mijn vakgebied te hebben opgelopen en een briljante scriptie oplevert. De student die met wat milde dwang van mijn kant na meer dan 8 jaar alsnog besluit om af te studeren, gewoon begint, en samen met mij een diploma scoort. Nederland diploma land, belangrijk. Wat een reus.

Naast de prachtige en vooral sterke inhoud van de scripties is er daarnaast de groei als professional. Consulting skills, luisteren, 2 oren en maar 1 mond principe. Je ziet dat de jonge honden zijn veranderd in mensen die absoluut klaar zijn voor het beroepsveld. Mindset, attitude, grit; op al die vlakken zijn ze gegroeid. Daar waar sommige onderwerpen niet altijd nieuw zijn voor mij, het tigste ITIL incidentproces verbeteren, zucht, is de reflectie op hun eigen functioneren wel altijd nieuw. Aan het begin geven ze aan waar ze zich in willen bewijzen, verbeteren, en aan het einde kunnen ze na 4 jaar een zeer objectief beeld van zichzelf schetsen. Dit ging goed, dit kan nog beter, dit heb ik geleerd. Dit neem ik mee naar mijn toekomst toe. Reflectie wordt actionable.

Prachtig om te zien, samen met mijn collega’s. En een duidelijk gevoel van trots. Trots op die studenten die het laten zien, kunnen, doen. En tegelijk met dat gevoel van trots komt de vraag: mag dat, trots zijn op studenten, op je afstudeerders? Mag je als HBO-docent trots zijn op je studenten? Gezondheid problemen geven mooi wat tijd om na te denken. Na wat reflectie de afgelopen dagen denk ik dat voor mij het antwoord is: zonder enige twijfel: ja, dat mag. Maar laten ik een stap verder gaan. Niet alleen “mag” je trots zijn, het is essentieel. Het Moet.

Het Hoger Beroepsonderwijs is een uniek en veranderend speelveld waar jonge mensen leren, groeien en zich ontwikkelen. Hier worden toekomstige professionals geboren, klaar om hun plek in de wereld in te nemen en hun stempel te drukken. Impact te hebben. Maar wat is mijn rol in dit verhaal als docent? Je bent naast een verspreider van kennis en vaardigheden hoop ik ook soms een gids of mentor. De docent als katalysator voor verandering, een inspiratiebron, en soms essentiële schakel in het vormgeven van de toekomst. De student die kijkt met het perspectief van 1 week tot het volgende weekend feest. Ik met 4 jaar perspectief, en dat komt samen aan de eindstreep.

Elke keer dat een student een nieuw concept begrijpt, een probleem oplost, of een uitdagend project voltooit, is dat een overwinning die je samen met hen mag vieren, moet vieren. We vieren niet genoeg in het onderwijs, daar is een onderwijsvernieuwing die eindelijk ook een keer een verbetering zou zijn. Het is een moment dat je jezelf eraan herinnert waarom je ervoor hebt gekozen om docent te worden. Want achter elk succesverhaal van een student schuilt de betrokkenheid van die vele docenten.

Natuurlijk gaat het onderwijs niet alleen over overwinningen. Er zijn ook momenten van worsteling, mislukking, twijfel. Maar het is juist in deze momenten dat je als docent de kans krijgt om je waarde te laten zien. Je bent er om studenten te begeleiden, om ze te laten zien dat vallen niet het einde betekent, maar juist het begin van een nieuw leerproces. Mijn langstudeerders, toch een diploma, trots! We toetsen om te leren, niet leren om te toetsen. Als je studenten worstelen, sta je naast hen. Als ze zegevieren, juich je met hen mee. En het is deze reis, met alle hoogte- en dieptepunten, die de basis vormt voor de trots die je voor je studenten mag voelen, moet voelen.

Dus ja, ik ben echt trots op mijn studenten. Trots op hun prestaties, hun groei, hun veerkracht. De trots die je voelt voor je studenten is niet alleen een eerbetoon aan hun harde werk, het is hoop ik ook een bevestiging van mijn rol als docent. Het waarom ik dit doe. Het is het bewijs dat wat ik doe, ertoe doet. Dus docent: omarm die trots. Koester het. En laat het je motiveren om elke dag opnieuw het beste van jezelf te geven voor je studenten. Want uiteindelijk is dat de essentie van onderwijs: de vreugde van het zien groeien van anderen en de voldoening van het weten dat jij daaraan hebt mogen bijdragen.

En ja, ik ben super trots op mijn studenten. Mijn kinderen. En ik houd van mijn vrouw, zielsveel. Ssst.